Agent en Boef
Details
[28] p. : ill.
Besprekingen
Leeswelp
In dit boek, dat het eerste is van een veelbelovende reeks, volgt de ene knotsgekke situatie de andere op. Steeds blijft Boef echter een vriendelijk lachend kereltje. Kinderen van een jaar of vijf zullen dan ook zeker dol zijn op zijn avonturen. Bovendien kunnen ook jongere kinderen ervan genieten, hoewel zij het wat moeilijk met de illustraties zullen hebben. Die zijn licht en grappig, maar niet duidelijk genoeg voor de jongste kleuters. De verhaallijn is eenvoudig en chronologisch, de taal is klaar en duidelijk, maar tegelijk laat de auteur de werkelijkheid volledig los en gaat hij tot het uiterste op het vlak van humor. De strakke vorm zorgt ervoor dat het nergens een rommeltje wordt. De illustraties in pen en aquarel tonen erg veel zaken tegelijk, en hebben een snel en dynamisch karakter. De hoofdpersonages springen bijna van je blad en zijn uitgewerkt als komische typetjes, die toch geloofwaardig zijn. Zonder echt zielig te zijn, bieden ze het kind bovendien de mogelijkheid om zich superieur te voelen. Het einde van het boek is even verrassend als vertederend. Dit boek biedt kinderen de mogelijkheid om zich volledig te laten gaan. Voor volwassenen is het echter al even ontspanned, en het voelt dan ook als een bevrijding wanneer je kind vraagt om het nóg eens te lezen. [Sandrine Lambert]
NBD Biblion
Pluizer
In dit tweede grote verzamelboek van onze vrienden (want dat zijn ze eigenlijk écht) vind je drie prentenboeken van Agent en Boef: ‘De fopmoppen’, ‘Het boevenvangfeest’ en ‘De gladde grapjes’.
Boef weet Agent in elk verhaaltje weer om de tuin te leiden. In ‘De fopmoppen’ gaat hij aan de haal met alle fopartikelen uit de fopwinkel en houdt agent zo voor de gek. Hij organiseert een echt ‘boevenvangfeest’ voor Agent zijn verjaardag en voorziet een prachtig geschenk. In ‘De gladde grapjes’ gaat hij gaat ervandoor met de tube zeep en zorgt zo voor veel glijplezier tijdens de achtervolging.
'De avonturen van Boef en Agent' hebben telkens dezelfde opbouw. Boef houdt Agent voor de gek en kan zo ontsnappen. Er volgt een achtervolging in ware slapstickstijl waarbij Boef Agent steeds te snel of te slim af is. Maar ... uiteindelijk slaagt Agent er telkens in Boef toch terug achter de tralies te krijgen. Elk verhaaltje begint ook telkens met hetzelfde zinnetje: Boef zit in de gevangenis. Agent zorgt dat hij niet ontsnapt. Eindigen doet het met: Dat was leuk, zegt Agent. Ja, zegt Boef. Morgen weer? Wat blijkt keer op keer? Agent en Boef zijn eigenlijk dikke vrienden en kunnen niet zonder elkaar! Kleine kinderen zullen deze herkenbaarheid zeker appreciëren, nieuwe lezertjes kunnen zonder problemen inpikken.
De tekeningen zijn erg kleurrijk en vertellen het verhaal. De korte zinnen zijn niet echt noodzakelijk voor de lezer om te kunnen volgen. De figuren van Agent en Boef en de slapstick-achtige achtervolgingen doen mij denken aan ‘de Dikke en de Dunne’. Een boekje dat zeker zijn fans zal vinden onder het jonge publiek.