Het origineel van dit eerste deel van de serie over Tom en Snuf stamt uit 1954. In het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog krijgt Tom, zoon van 'deftige' ouders, een hond cadeau. Door een onderduiker verder afgericht, ontpopt Snuf zich als een uitstekende speurhond, die zijn baasje diverse keren het leven redt. Het verhaal bestaat uit veel korte hoofdstukken. De verhouding volwassenen/kinderen is reëel. Meisjes spelen geen rol van betekenis. Niet reëel is het feit dat de oorlog alleen een spannende tijd lijkt, waarin nog eens wat te beleven viel. Ook de prestaties van de hond zijn buiten proportie: méér Snufs en de bezetting had geen vijf jaar hoeven duren. Het protestants-christelijke element beperkt zich tot dankzegging na ieder avontuur. De stijl is wat hakkelend. Uitgevoerd met enkele ouderwetse, onduidelijke zwart-witte pentekeningen. Vanaf ca. 10 jaar. Gedrukt in het lettertype Dyslexie*.