Ook zonder woorden kan een illustrator mooie verhalen vertellen. Mattias De Leeuw heeft dit al eerder bewezen met 'De steltenloper' en 'Circusnacht'. Deze keer speelt een rood touw de hoofdrol. Een hondje volgt gefascineerd het rode touw dat in de lucht bengelt, en daar blijft het niet bij. Pagina na pagina gaat een steeds bontere stoet mensen erachteraan: een zwemster, een redder, een superheld, een kraanman ... Zelfs een gevangene ziet zijn kans schoon. Van wie is dat touw? En wat doet het daar, hoog in de lucht? Dat alles komen we pas op het einde te weten.

Het boek draagt onmiskenbaar de signatuur van De Leeuw: heldere kleuren in aquarel en pen, losse en schijnbaar snel getekende lijntekeningen en wervelende, expressieve bewegingen. Het voelt vertrouwd, maar blijft toch verfijnd en boeiend; zijn werk wordt niet voor niets bekroond en bejubeld. Toch twee kanttekeningen: het zijn uitsluitend witte personages, terwijl in 2020 diversiteit stilaan vanzelfsprekend mag worden. Bovendien is dit het type boek dat dan wel lovende recensies krijgt, maar niet noodzakelijk alle kinderen (en voorlezers) zal verleiden. Het vraagt immers een inspanning: het verhaal moet grotendeels zelf verzonnen en verteld worden, en er zijn verscheidene nevenverhalen, zelfs de schutbladen en het rode leeslint zijn deel van het verhaal. Dit leuke, speelse boek is alvast een uitnodiging om het toch te proberen.