Mensen worden graag opgelicht. Dit is een wereldwijd fenomeen en van alle tijden. Denk je van niet, dan moet je dit boek zeker lezen. De schrijver geeft aan de hand van tien verhalen het bewijs dat op gelijk welk moment en waar ook ter wereld mensen worden afgeperst of opgelicht. Deze tien verhalen gaan niet over kleine misdaden, ze zijn allen spectaculair en groots van opzet. Zo wordt in het land Ghana vandaag, via het geloof, grof geld verdiend. Predikers organiseren bijeenkomsten waar honderden mensen naartoe komen en betalen voor genezingen, voor hoop. ‘Bisschop’ Obinim heeft zelfs twee tv-stations. In Duitsland gaat een bekend tijdschrift ‘Stern’ mee in het verhaal dat een handelaar in nazisouvenirs de dagboeken van Hitler gevonden heeft. Ze betalen grof geld voor een mooi opgezette vervalsing. Hier in België steelt een kelner een 17de-eeuws schilderij van een Hollandse meester. Hij vraagt losgeld dat hij wil schenken aan de hongerlijdenden in de wereld.

Als we teruggaan in de tijd, komen we onder meer Victor Lustig tegen die de Eiffeltoren probeert te verkopen, William Henry Ireland die — eind 18de eeuw — zelf een toneelstuk schrijft en dan beweert dat dit van William Shakespeare is én Gregor MacGregor die mensen kan overtuigen om met een schip naar een onbestaand, rijk land te varen.

De tien verhalen lezen vlot. Na het lezen van ieder verhaal sta je versteld hoe mensen zo gemakkelijk worden afgeperst en opgelicht. Soms voel je sympathie voor de daders, want enkelen zijn geniaal en ze blijven bovenal mens. Andere zijn regelrechte oplichters met maar één doel: geld verdienen aan de miserie van anderen en hun hoop op beter. Dit boek smaakt naar meer. Vlot geschreven, boeiend, spannend en steeds met het gevoel: word ik hier niet opgelicht!